Vandaag heb ik een heel verdrietige maar ook hele belangrijke podcast voor je online gezet. De podcast gaat over het gevoel hebben dat je niet meer kan, dat je niet meer wil, dat de levenspijn niet meer te dragen is. ..
Esther Groenewegen
06/04/2021
10 min
3

7 redenen waarom reguliere therapie niet helpt bij hechtingsproblematiek

06/04/2021
10 min
3

Ik krijg zo vaak te horen dat kinderen trauma therapie krijgen zonder dat ouders in de ruimte aanwezig mogen zijn. Zo ook weer vanochtend tijdens een van mijn coaching gesprekken met twee ‘awesome parents’. Zij kregen van hun therapeut te horen dat het beter is als zij niet in de ruimte aanwezig zijn als de therapeut met hun dochter bezig was, het zou het proces verstoren.

Ik krijg daar altijd een beetje kriebels van in mijn buik. De therapeut wist hen te vertellen dat als zij niet in de ruimte waren hun kind veel opener zou zijn en haar veel meer vertelde over hoe zij zich voelde. Ehhh duh, ja, dat is nu net het probleem, kinderen met hechtingsproblemen praten veel liever met vreemden dan dat ze een band opbouwen met hun ouders. Buiten dat het ouders een naar gevoel geeft; geef je kind maar in mijn handen, dan los ik het wel even voor je op, is dit nu net waar het knel zit in contact met de ouders.

Hoe kun je een verstoorde gehechtheid oplossen zonder dat je ouders zelf onderdeel maakt van de oplossing? Door dit niet goed te snappen worden er zoveel trajecten opgestart die of halverwege stranden met de mededeling: wij zijn handelingsverlegen, met andere woorden het lukt ons niet.  Of doordat, wat veel vaker gebeurd, de ouders [of het kind] zelf de stekker eruit halen omdat ze er geen heil meer in zien. Dit vaak na wekenlang driemaal op en neer rijden naar een praktijk waar ouders een uur lang in de wachtkamer mogen zitten terwijl een ‘vreemde’ de verstoorde hechting van je kind probeert te helen. Als je er goed over nadenkt kom je al snel tot de conclusie dat dit eigenlijk heel onlogisch is.

Ik blijf het zeggen; ik ben ervan overtuigd dat elke hulpverlener met volle overtuiging zijn stinkende best doet om kinderen en hun ouders te helpen. Maar het behandelen of begeleiden van onveilig gehechte kinderen heeft nu eenmaal een hele andere aanpak nodig. Zoveel kinderen met deze diagnose krijgen jarenlang behandelingen of therapie die niet helpt bij een onveilige gehechtheid. Dit heeft als resultaat dat ouders en deze kinderen ‘therapie-moe’ worden. Ouders maar ook de kinderen beginnen steeds weer met nieuwe hoop aan een nieuwe therapie, traject of behandeling maar telkens weer ervaren ze na een poosje dat het eerder slechter dan beter gaat.

Met als gevolg dat sommigen behandelaars de schuld bij ouders neerleggen; ‘ik denk toch dat u nog te veel met uw eigen trauma bezig bent en daarom geen goede opvoeder bent’.

Of: Ik denk dat uw ‘opvoedskills’ niet voldoende zijn om uw kind op de juiste manier op te voeden.

Ja, eerlijk waar dit zijn de dingen die ouders van onveilig gehechte kinderen regelmatig horen krijgen.

Ik heb het mijn missie gemaakt om voor deze ouders en hun getraumatiseerde kinderen op te komen door de diagnose beter bekend te maken zodat er meer begrip, bewustzijn en juiste begeleiding beschikbaar komt om hen op de juister manier te helpen.

Wat zeggen toonaangevende onderzoekers over trauma en de juiste behandeling?

Zoals je misschien al weet houd ik mij inmiddels al meer dan 10 jaar intensief bezig met hechtingsproblemen en vroegkinderlijk trauma. In deze jaren heb ik bekende trauma experts zoals Bessel van der Kolk en Bruce Perry uitgebreid bestudeerd. Beide experts spreken zich uit over de zinloosheid van de vele therapieën die er nog steeds worden in gezet bij trauma.

Van der Kolk: Traditionele therapie is totaal zinloos voor getraumatiseerde kinderen, er is geen juiste benadering van het trauma omdat er niet gewerkt wordt aan het juiste gedeelte van het brein, de diepere lagen van het brein zoals de hersenstam en het limbisch systeem. Cognitieve therapie, praten over het trauma of het onaangepast gedrag, is niet hoe je trauma kunt helen.

Wat zeggen trauma- en hechtingstherapeuten over de juiste benadering van trauma?

Ik heb de eer gehad om in de afgelopen jaren de meest succesvolle trauma therapeuten aan het werk te zien en onderdeel te mogen zijn van hun werk en benadering. Vele van deze therapeuten hebben de meest getraumatiseerde kinderen zelf in huis gehad. Dit waren soms kinderen die zo beschadigd waren dat zij hun eigen ouders wilde vermoorden. [Bekijk de docu van ‘Beth, Child of Rage’] Elisabeth heeft bij Nancy van ‘Families bij Design’ in huis gewoond, haar brein is nu totaal geheeld. Zij werkt nu als verpleegster op de neonatologie van een ziekenhuis.  Ze deelt haar ervaringen nu door te spreken voor verschillende doelgroepen.

Het team van traumatherapeuten van Nancy hebben dezelfde kijk op cognitieve therapie; het is een fijne therapie om ernaast te laten lopen voor ouders, het geeft ouders een plek om gehoord, gezien en begrepen te worden. Maar het zal niets helen van het trauma in het brein van de kinderen. Getraumatiseerde kinderen zijn niet geholpen met het praten over het gedrag of de diagnose, zij moeten de verandering ervaren.

Cognitieve en gedragstherapie zijn niet effectief bij onveilig gehechte kinderen en nog steeds wordt deze hulp het meest ingezet bij onveilig gehechte kinderen met steeds hetzelfde negatieve resultaat; aldus Bessel van der Kolk.

Nabijheidverlangen en nabijheidsangst

Het werken met getraumatiseerde kinderen is gecompliceerd. Het hoofddoel is om de relatie tussen ouders en kinderen te herstellen en het trauma in het brein te helen zodat er een positieve neuroplasticiteit van het brein kan plaatsvinden. En daarmee een gezonde leeftijdsadequate hersenontwikkeling bij het kind. Maar helaas is er vaak bij ouder en kind een paradox ontstaan van nabijheidsverlangen en nabijheidsangst. Er is vaak al zo veel gebeurd, gezegd en gedaan. Dat iedereen zijn schild op heeft opgezet om zich te beschermen tegen nog meer pijn en afwijzing.

Gedrag is communicatie

Het gedrag wat onze kinderen laten zien is een vorm van communicatie. Het is een grote schreeuw om hulp, alleen hebben onze kinderen daar wel een hele bijzonder uitdagende manier voor gevonden. Ik noem het gedrag van onze kinderen weleens ‘een spelletje hints’, kijk niet naar het gedrag zelf maar onderzoek de behoefde achter het gedrag. Als je niet weet waar het gedrag vandaan komt is cognitieve therapie niet werkzaam. Pas als je echt snapt waar het gedrag vandaan komt kun je daaraan werken. Maar het gedrag proberen te veranderen zonder te weten waar het vandaan komt is zinloos. Als we echt gaan begrijpen waar het gedrag vandaan komt, daar op de juiste manier op reageren, vaak met tegengas van het kind, zal je zien dat na de crisis je kind weer ‘online’ komt en weer open staat voor contact en nieuwe succesgewoonten. Steeds over de situatie gaan praten, preken of discussiëren zal de situatie niet verbeteren eerder verslechteren. Daarom zeg ik ook zo vaak tegen ouders #handvoorjemond of #Houdjemond. Wij ouders praten veel te veel met onze kinderen als zij in overlevingsmodus staan. Als je liefdevol gaat onderzoeken waarom onze kinderen getriggert worden en dit met hen deelt als dit duidelijk voor je is, dan kun je samen oplossingen gaan zoeken om beter met deze triggers om te gaan. Het begint bij ons als ouders, als wij beter gaan snappen waarom en wanneer onze kinderen getriggerd worden kunnen we hen helpen op deze momenten, en dan kan er een liefdevolle vertrouwensband op gebouwd worden, eerst met de ouders en later ook met andere liefdevolle volwassenen om onze kinderen heen.

7 redenen waarom cognitieve- en gedragstherapie niet werkt bij hechtingsproblematiek

1. Cognitieve en gedragstherapie werken niet op het gedeelte trauma gedeelte van het brein

Deze therapieën werken niet op de gedeelten van het brein wat het meest is aangedaan door trauma. Trauma is een brein probleem wat zorgt voor heel veel lichamelijke disfuncties in het lichaam; Spijsverteringsziekten, endocriene verstoringen, neurotransmitter verstoringen, cardiovasculaire aandoeningen en stress.

2. Hechtingsproblematiek is geen gedragsprobleem maar een breinprobleem

En daarmee een relatieprobleem. Onveilig gehechte kinderen zijn niet instaat om een veilige, liefdevolle en vertrouwensrelatie met hun ouders op te bouwen. Bovenstaande therapieën gaan ervan uit dat de relatie tussen ouder en kind opgebouwd kan worden en vervolgens gebruikt kan worden als vertrouwensbasis voor de behandeling. Maar daar gaat het gelijk mis, onveilig gehechte kinderen hebben helemaal nog geen intentie om deze met hun ouders op te bouwen. Zij hebben hele andere intenties en zullen daar alles voor inzetten om dat te bereiken. Daarom laten onveilig gehechte kinderen vaak sociaal gepast gedrag zien als zij in een therapeutische zetting zijn. Dit noem ik altijd ‘de twee gezichten’ bij hechtingsproblematiek. Alleen een ervaren en goed geoefende therapeut kan daar doorheen prikken. Maar meestal weten de kinderen therapeuten zo te bewerken dat de ouders de ‘bad guys’ lijken en het kind het zielige slachtoffer.

3. Bij stress of negatieve emoties gaat het neocortex offline

Onderzoek gedaan door Bessel van der Kolk en Daniel Amen laat zien dat kinderen met PTSD of RAD hun frontale kwabben uitschakelen als er negatieve emoties of stress ontstaat. Deze frontale kwabben, wat ik in mijn werk het mensenbrein of het neocortex noem, zijn nodig om logisch en probleemoplossend te kunnen nadenken. Als deze gebieden uitstaan kan er niet geleerd worden van woorden, dus praten tijdens een emotionele meltdown is dus ook zinloos. Tijdens deze meltdowns werkt het veel beter om beweging in te zetten in plaats van het kind apart te zetten zodat het over zijn fout kan nadenken. Laat in het vervolg alle preken, discussies, waarschuwingen, verklaringen, herinneringen achterwege. Ze werken niet bij getraumatiseerde kinderen. Ouders van deze kinderen weten dit allang, die hebben alles al geprobeerd om hun kinderen te helpen.

4. De witte broodweken bij hechtingsproblematiek

Cognitieve- en gedragstherapie heeft [meestal] het kind alleen met de therapeut in de praktijkruimte. Veel kinderen met hechtingsproblemen liegen, manipuleren, charmeren of hebben twee gezichten. Dat is zijn symptomen die bij deze diagnose ‘horen’. Dit is niet hun schuld en daarom ook geen beschuldiging naar hun kant. Maar wel essentieel om te weten zodat je niet in deze valkuilen valt als je alleen met deze kinderen bent. We willen allen onze kinderen helpen. En hen niet dus sterker maken met bovenstaande negatieve eigenschappen en ze dan wereld in sturen. Volwassenen die liegen, manipuleren, charmeren en mensen tegen elkaar uitspelen gaan niet succesvol en gelukkig zijn in hun leven. Daarom is het geen goed idee om onze kinderen in een ruimte te zetten met een andere volwassene die niet de waarheid kent over het leven en de situatie van onze kinderen. Onze kinderen gaan anderen volwassenen testen door te liegen, manipuleren, of ouders tegen hen op te zetten. Dit gedrag is een test om te kijken of deze volwassenen het door hebben.

De volwassenen die de test niet doorstaan zijn voor onze kinderen niet veilig en te vertrouwen. Zij zullen geen respect voor je hebben en op een steeds manipulatieve manier met je omgaan. Meestal duurt dit proces tussen de paar dagen tot een paar maanden. In mijn werk noem ik dit daarom de ‘witte broodsweken’. Vaak zijn onze kinderen in het begin van een therapeutische relatie charmant, meegaand en welwillend om iets aan te gaan. Maar schijn bedriegt nadat de ‘Honey moon’ voorbij is komt de ‘andere kant’ van onze kinderen naar boven. Vaak resulteert dit in het stoppen van de behandeling omdat de therapeut handelingsverlegen is of er wordt een andere reden gegeven. Daarom is het zo belangrijk bij de behandeling van onze kinderen om de ouders of in de praktijkruimte te hebben of in een andere ruimte met een microfoon zodat zij kunnen meeluisteren naar de gesprekken die het kind met de therapeut voert zodat er indien nodig feiten-check kan plaats vinden.

5. Ouders in de wachtkamer achter laten is een verkeerde boodschap aan het kind

Een andere reden waarom het niet verstandig is om kinderen zonder ouders mee te nemen naar de praktijkruimte is omdat je daarmee de boodschap geeft: Jouw ouders zijn op dit moment niet zo belangrijk, zij kunnen niet wat ik wel kan, wij gaan het samen doen en oplossen. En dat is nu net het probleem, het is de bedoeling dat ouders wèl belangrijk zijn en dat kinderen mèt ouders samen vertrouwen en verbinding gaan opbouwen. De aanwezigheid van ouders is essentieel bij het helen van trauma van kinderen.

6. Het kind krijgt controle over de therapiesessie

Nog steeds is vaak de meest gangbare benadering bij therapieën dat het kind de controle krijgt over de sessie tijdens de behandeling. Maar onze kinderen zijn emotioneel te verstoord of te jong om deze rol toebedeelt te krijgen, ze hebben een andere benadering nodig, die bepaald wordt door een liefdevolle volwassene het liefst vervult door de ouders [moeder] zelf. Natuurlijk kan daar een trauma sensitieve therapeut bij helpen en begeleiden. Een trauma sensitieve therapeut is iemand die dit begrijpt en behandelprotocollen opstelt die daarbij passen. Onze kinderen voelen zich niet veilig als zij controle hebben over volwassenen. Als onze kinderen controle krijgen over volwassenen zal dit niet ten gunste zijn van het helingsproces in het brein, dit snappen geoefende traumatherapeuten en hebben op basis van deze kennis hun behandelingen of begeleiding ingericht.

7. Trauma meltdown na behandeling in handen van moeder

Als een getraumatiseerd kind op een reguliere wijze therapie krijgt voor zijn onveilige gehechtheid laten zij hun opgekropte angst na therapie los op hun ouders, meestal de moeder. Als moeder dit terugkoppelt aan de therapeut krijgt zij vaak te horen dat dit een gevolg is van het oprakelen van het trauma tijdens de behandeling. Maar als dat dan zo zou zijn, waarom zou je als behandelaar trauma gaan opwekken, en het kind vervolgens naar huis laten gaan, wetende dat er kans is op een trauma meltdown waar de moeder zelf niet voor opgeleid is? Dat is namelijk de reden dat zij hulp heeft gezocht, ze weet zelf niet hoe ze met deze gedragingen om moet gaan. Het blijft voor mij wonderlijk dat er nog steeds op deze manier met onze kinderen wordt om gegaan. De moeilijke jaren van mijn dochter liggen inmiddels achter ons. Maar nog steeds krijg ik wekelijks verhalen van vele ouders die mij vertellen dat de behandeltrajecten nog steeds volgens deze protocollen worden gedaan.

Deze vraag krijg ik ook regelmatig.

Is er medicatie voor hechtingsproblemen?

Nope, de beste medicatie voor trauma is:

1. Psycho-educatie voor ouders om de breinen en het gedrag van hun kind, en zichzelf, beter te begrijpen. En een onuitputbare bron van geduld en onvoorwaardelijke liefde en vele overvloedige liefdevolle relaties die voorbij het gedrag van onze kinderen kunnen kijken. Daarbij kan ik je helpen met verschillende mogelijkheden zoals de Healing Hearts in Huis online training, 1 op 1 coaching, of persoonlijk op maat gemaakte trajecten. Neem contact met ons op over de verschillende mogelijkheden.

2. Naast de liefdevolle relaties is het fijn als je een fijn netwerk om je heen kunt creëren waar jij je gehoord, gesteund en geholpen voelt op lastige momenten. De Als Hechten Niet Vanzelf Gaat community op facebook bijvoorbeeld.

3. En als je daarnaast nog een trauma therapeut kunt vinden die trauma echt snapt en dan vooral de valkuilen van deze diagnose herkend dan mag je echt in je handen knijpen, want die zijn echt lastig te vinden.

4. Als laatste zou je nog een aantal methoden of trainingen in kunnen zetten als Tomatis, Neurofeedback en EMDR. Daarvan is bekend dat het getraumatiseerde breinen kan optimaliseren en herstellen van trauma. Dat is geen medicatie maar een benadering om het brein in balans te brengen en te optimaliseren. Als je daar meer over wilt weten neem gerust contact met mij op over waar je op moet letten als je opzoek bent naar een van deze brein behandelingen.

Aan alle ouders en begeleiders die zorgen voor onze getraumatiseerde kinderen: You guys are awesome!

Wat zeggen de wetenschappelijke onderzoeken over dit onderwerp? The Journal of Child Psychology and Psychiatry (28 September 2016) published research by  Sachser, Keller and Goldbeck on children and adolescents diagnosed with Complex Posttraumatic Stress Disorder (CPTSD or another name for RAD) and their response to Cognitive Behavioral Therapy. While they found some improvement in other children and adolescents in the study they reported “those with CPTSD ended treatment with clinically and statistically greater symptoms than those with PTSD”. It documented the CBT made our children worse!

Reacties
Categorieën