Hechting en Tics
Heeft jouw kind met hechtingsproblemen ook last van tics? Lees dan de volgende tips die wij hebben geleerd uit het boek van Annet Heijermans; 'TICS, handboek voor ouders en leerkrachten' Haar boek is te koop via Bol.com.
Tics en leerproblemen
Een kind met tics is niet minder intelligent dan andere kinderen. Wel kunnen tics en andere kenmerken invloed hebben op de leerprestaties. Binnen het speciaal onderwijs zijn dan ook meer kinderen met tics te vinden dan binnen het regulier onderwijs. Zo’n 30 tot 40 procent van de kinderen met een ticstoornis heeft leerproblemen. Vooral lezen en schrijven (met de hand) gaat vaak moeizaam bij kinderen met tics. Overschrijven van het bord is vaak nóg lastiger, omdat het een beroep doet op de visuomotorische integratie: het omzetten van visuele informatie naar een schrijfbeweging. Ook het verwerven van taal- of rekenregels en het omschakelen naar andere regels kan moeilijk zijn. Hoewel een kind, wanneer hij de regels eenmaal onder de knie heeft, deze vaak heel snel en nauwkeurig kan toepassen. De leerproblemen kunnen verschillende oorzaken hebben. De tics zelf kunnen storend zijn, maar ook het onderdrukken van tics, compensatiegedrag, de effecten van medicatie (zoals sufheid) en de invloed van andere klachten die vaak met tics samengaan. Zo dragen kenmerken van ADHD voor een belangrijk deel bij aan de leerproblemen van kinderen met tics. Uit onderzoek blijkt dat van de kinderen met een ticstoornis zonder andere klachten 11 procent leerproblemen heeft. Bij kinderen met tics en ADHD stijgt dit percentage naar 31 procent. Over ADHD is bekend dat het vaak samengaat met moeilijkheden met de executieve functies, zoals plannen, het stellen van doelen, het organiseren van materiaal en activiteiten, het beginnen aan en afmaken van taken, het indelen van lange opdrachten en het ordenen van herinneringen. Ook probleemoplossing en volgordebepaling zijn vaak moeilijk voor kinderen met ADHD, vanwege aandachtsproblemen en impulsiviteit. Wanneer tics samengaan met dwangverschijnselen, zoals bij OCD, kunnen kinderen het gevoel hebben met hun gedachten ‘vast’ te zitten. Angsten, twijfels en controlerend gedrag kan voor vertraging in het werken zorgen en problemen opleveren bij tijdsgebonden opdrachten. Dwangverschijnselen kunnen storen in geheugenprocessen, het toepassen van strategieën, het bepalen van volgorde en het oplossen van problemen. Maar ook voor kinderen met alleen een ticstoornis is leren vaak een extra moeilijke opgave. Ze lijken een rem te missen om onbelangrijke prikkels te negeren. Hierdoor raken ze snel afgeleid door prikkels uit de omgeving, maar ook door interne prikkels zoals hun eigen gedachten of de ‘kriebels’ die vaak gevoeld worden voorafgaand aan de tic. Hierdoor is het vaak lastig de aandacht op de leerstof te richten.
3 tips voor leerkrachten
1. Zorg voor ontspanning: geef de leerling toestemming om de klas even te verlaten als de onrust te sterk wordt. Deel lange taken op in deeltaken en biedt genoeg onderbrekingen en beweging. Alle beetjes helpen, zoals het geven van een uitdeeltaakje.
2. Geef extra tijd voor toetsen als de tics of dwangverschijnselen voor afleiding en vertraging zorgen.
3. Overleg met de leerling: het ene kind met tics is het andere niet. Waar heeft deze leerling last van bij het leren? En vooral: heeft hij zelf ideeën over wat hem zou kunnen helpen?
3 tips voor broers en zussen
Thuis hoort een plek te zijn waar je jezelf mag zijn. Met al je eigenaardigheden en dus ook met al je tics, als je die toevallig hebt. Maar voor een broer of zus kunnen die geluidjes en bewegingen toch knap irritant zijn. Ook al hebben je ouders al tachtig keer uitgelegd dat je broer of zus er niets aan kan doen. Zit je net je favoriete soap te kijken, wordt je gestoord door die rare keelgeluiden van je broer. En maak je zelf eens geluid als je muziek zit te luisteren, dan kan hij er zogenaamd weer niet tegen. Omgaan met een broer of zus met tics is soms best moeilijk! 3 tips voor broers en zussen om het iets makkelijker te maken: 1. Probeer zo min mogelijk op de tics te reageren. Vraag niet steeds of je broer of zus ermee wil stoppen en maak er geen flauwe grappen over. De tics nemen door de spanning dan eerder toe dan af. En dat wil je niet! 2. Bedenk samen een oplossing als de tics jou storen, bijvoorbeeld door om beurten ergens anders te gaan lezen of door een koptelefoon op te zetten. Probeer niet boos te worden, het is een probleem van jullie samen. 3. Ga verder normaal met je broer of zus om, want de tics zijn maar één eigenschap. En als je in een supergoede bui bent, vraag dan ook eens of het hebben van tics vervelend is. Want hoe lastig jij het ook vindt om ze te zien of horen, het is misschien wel net zo irritant om ze te hebben.
3 tips voor ouders en leerkrachten
Tics lokken soms schrikreacties uit, omdat ze plotseling en opvallend kunnen zijn. Ook hebben ouders en leerkrachten vaak de neiging om wat van storende tics te zeggen in een poging om ze te laten stoppen. Opmerkingen als ‘Wees nou eens even stil’ of ‘Kun je daar alsjebliéft even mee ophouden?’ zijn dan snel gemaakt. Dat is heel begrijpelijk, want een kind dat een zelfde beweging of geluid bewust maakt, krijgt die reactie ook. Toch zorgt het vragen om met tics te stoppen vaak juist voor meer tics, omdat het kind zich er gespannen door gaat voelen. En spanning zorgt meestal voor een toename van tics. Voor een kind maakt dit het inhouden dus alleen maar moeilijker. Maar hoe kun je dan wel reageren?
Tip 1: Negeer de tics
Dit is de belangrijkste regel in het omgaan met tics. Door te negeren, nemen de tics niet alleen af, een kind voelt zich ook geaccepteerd zoals hij is. Ouders geven hiermee een kind het gevoel dat thuis een plek is waar hij zichzelf mag zijn en zijn tics eindelijk mag laten gaan. Leerkrachten die de tics kunnen negeren, geven hiermee een voorbeeld aan klasgenoten. Sommige tics worden na verloop van tijd niet eens meer opgemerkt door mensen die het kind iedere dag meemaken. Dat is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Want het kan af en toe tegen je gevoel ingaan om niets te zeggen van het herhaaldelijke gestamp van Jantje, terwijl Pietje net een preek heeft gekregen over minder storende (maar bewust gemaakte) geluidjes. Ook voor broers, zussen en klasgenoten kan dit oneerlijk overkomen. Het is dan ook goed om dit thuis of in de klas uit te leggen en te combineren met voorlichting over tics.
Tip 2: Geef tics de ruimte
Soms is negeren niet haalbaar, bijvoorbeeld wanneer er klassikaal een belangrijke toets gemaakt moet worden en een leerling last heeft van storende geluidstics. Dan kan een aparte toetsruimte voor zowel de leerling zelf als zijn klasgenoten de meest ontspannen oplossing zijn. Geef een leerling ook de gelegenheid om even de klas te verlaten als hij behoefte heeft om zijn tics en onrust even ‘kwijt te kunnen’. Even een loopje naar de wc en daar wat drinken en even flink ticcen, kan al helpen. Stuur de leerling niet weg als anderen er last van hebben, maar laat het moment aan de leerling zelf over.
Tip 3: Maak goede afspraken
Bedenk samen oplossingen voor situaties waarin de tics erg storend zijn. Zo kan een huisregel zijn dat degene die even rustig wil bellen, dat in een andere ruimte doet. Of iemand die ongestoord een televisieprogramma wil volgen een koptelefoon opzet. In situaties waarin het juist belangrijk is om bij elkaar te zijn, kan de afspraak zijn dat de tics zoveel mogelijk genegeerd worden. Negeren van tics is niet altijd eenvoudig. Maar niet moeilijker dan het inhouden ervan. Zie het als een bijdrage aan een gezamenlijk probleem. Want als tics storend zijn, is dat niet alleen het probleem van het kind. Het is ook - en soms zelfs vooral - het probleem van degenen die zich eraan storen. Of, zoals Peter Hollenbeck, een wetenschapper met Tourette, het uitdrukt: ‘When I tic, I am usually not the problem. You are.’