Hechting en goeie periodes

Het opvoeden van kinderen met hechtingsproblemen is moeilijk en intens. Soms zo moeilijk dat je denkt: gaat mij dit nog wel lukken? Hoe lang ga ik het in deze situatie nog volhouden? En dan opeens is er een onverwachte periode dat het beter gaat. Op dat moment denk je: We hebben het gered!! Alle inzet, therapieën, hulp hebben toch baat gehad. Je voelt je uitgeput maar goed. Zie je nou wel, ik wist wel dat we dit varkentje konden wassen. Je voelt je trots op je kind, jezelf en je gezin. Hè, hè, we zijn er, nu kunnen we met z’n allen even uitblazen na deze heftige periode. Maar hij is niet voor niets geweest. En van hieruit gaan wij weer verder. Maar, schijn bedriegt, het hechtingsmonster hield gewoon een kleine winterslaap. Nog voordat het nieuwe ‘gewoon’ echt helemaal settelt, komt er alweer een nieuwe golf van hechtings-situaties die je nooit van te voren had kunnen bedenken en ben je voor je gevoel ‘terug naar af’. Een gevoel dat alle inzet, therapieën en hulp juist helemaal geen zin hebben gehad en allemaal in een bodemloze put worden gekieperd.   Om deze situatie te kunnen begrijpen moet je de cirkel van verstoorde hechting eerst begrijpen.Een kind met hechtingsproblemen voelt zich niet veilig als de situatie waarin het kind zich bevindt fijn en gezellig is. Hij of zij zal fijne, gezellige situaties daarom dus altijd proberen te verstoren. Als deze situatie vervolgens verstoord is en iedereen uit balans is komt het kind met hechtingsproblemen in een situatie die hij herkent en in deze situatie kan het kind dan tot rust komen. Het is dus vaak na een heftige periode dat het met het kind opeens een stuk beter lijkt te gaan. De rest van de familieleden en omgeving zijn dan inmiddels moe en op van alle stress en het gedoe. Dus als je kind een betere periode laat zien juich dan niet te vroeg. De kans dat het hechtingsmonster om de hoek loert is zeer groot. Geniet van het fijne moment maar ga niet te veel in de ‘hoerastemming’. Blijf alert en blijf vooral alle therapie en hulp gebruiken. Juist tijdens de betere periodes kunnen de therapieën beter aanslaan. Waar in de moeilijke periodes de informatie en input niet lijkt te beklijven kun je in de betere periodes het goede humeur van je kind voor een goede inzet van de therapie gebruiken.